Biografie

JP DEN TEX  (Arnhem, 17 februari 1950) is een Nederlandse singer/songwriter, die zijn Amerikaans georiënteerde liedjes graag doorspekt met Europese elementen. Soms neemt hij de Europeaan mee naar de VS (zoals op zijn 2009 reisalbum “American Tune”), soms ook brengt hij de Amerikaan terug naar Europa. Zoals gebeurt op zijn meest recente album “The Starlight Adventure”.

Na eerst deelgenomen te hebben aan allerlei bands – waarvan Tortilla en Vitesse de bekendste zijn – belandde JP aan het begin van de jaren tachtig bij de platenmaatschappij van Radio Luxemburg. Daar begon zijn avontuurlijke carrière als singer/songwriter, aanvankelijk als spil in de cult/gelegenheidsformatie JP & Private Life. “Heartbeat” (1980) was het eerste, rootsy resultaat van een viertal eigenzinnige popelpees.

Met “A Quiet Street in Paris” (1986) begon JP het zeventiger jaren concept van het conceptalbum nieuw leven in te blazen. Ander geslaagd voorbeeld was het break-up album “Emotional Nomads” (1998): “Painstakingly honest, that’s how I’d like to be” schreef JP in het begeleidende cd boekje. Geleidelijk ontwikkelde Den Tex zich – mede door succesvolle uitstapjes in het Nederlandse theater, zoals de theatertours “Op Weg naar Huis” (2007) en “De Vertalingen” (2022) met Kees Prins en Paul de Munnik – ook op het podium tot een boeiend verhalenverteller.

Op 30 september 2022 kwam JP’s vijftiende solo album uit, de song cycle “The Starlight Adventure”. JP schreef de liedjes samen met pianist Rob van Donselaar, die ook de muzikale productie deed.

Recensies

Recensie van “The Starlight Adventure” in ‘Lust for Life’.

Net als op het album Wolf! vertelt JP op The Starlight Adventure een verhaal met een kop en een staart. Handelde Wolf! over het dramatische leven van de Duitse popproducer Gustav Wolfowitz, op deze nieuwe plaat volgen we een rondreizend circus- en theatergezelschap dat in het begin van de negentiger jaren onder leiding van de Amerikaan Jim Molineaux door Europa trekt. Den Tex schreef de liedjes samen met Rob van Donselaar, die ook de productie voor zijn rekening nam en als pianist een niet onbelangrijke bijdrage levert aan de muzikale invulling. Het maken van dit soort conceptalbums is Den Tex op het lijf geschreven. Net als zijn Amerikaanse collega Tom Russell weet hij met simpele, op Amerikaanse leest geschoeide rootsmuziek de luisteraar moeiteloos mee te slepen in de wereld van kleurrijke mannen en vrouwen die durven af te wijken van de gebaande paden. En naarmate Den Tex ouder wordt, lijkt zijn door het leven getekende stem steeds beter bij zijn liedjes te passen.

Harry de Jong

****

Recensie van “The Starlight Adventure” op Kippenvel.

Van de bekwame recensent Ruud Heiijer, op zijn muziekwebsite “Kippenvel”

JP den Tex – The Starlight Adventure – a song cycle
Comme Les Chansons/Concerto Records CLC 17867

Naar de sterren reiken

Voor de tien songs van zijn vijftiende soloalbum liet singer-songwriter JP den Tex zich inspireren door de roman ‘Le Rouge et Le Noir’ van Stendhal, maar ook door de songcyclus uit de Romantiek, toen al met de onbeantwoorde liefde als thema.
Muziekveteraan en toetsenist Rob van Donselaar schreef de muziek bij Den Tex’ teksten en de twee namen de nummers in volgorde op met drummer Martijn Bosman, bassist Hein Offerman en gitaristen Martijn van Agt en Maarten van Damme plus zangeres Denise van Donselaar.
Den Tex bezingt hoe hij met Jim Molineaux’ circus door Europa zwerft. Of de twee elkaar ooit ontmoetten of dat Den Tex hem verzon, is de vraag, maar dat past bij deze volbloedromanticus.
Hij wordt in Florence verliefd op Botticelli’s ‘Primavera’ én op zijn gids. De weemoed in zijn songs wordt vanaf dat moment ingegeven door het besef dat ook deze liefde niet kan duren, maar het verdriet daarover laat hem wel verslagen achter.
Van Donselaars piano en orgels staan centraal in de rijke en veelzijdige muziek: die varieert van de licht swingende, weemoedig gezongen ouverture via het door strijkers gedomineerde ‘If Time is All it Takes’ tot het rootsy voortikkende, door New Orleans geïnspireerde ‘Pickin’ up the Pieces’. Dat nummer en ‘Like a Twig in the Wind’ zijn door en door Amerikaans, maar vaker heeft de muziek invloeden uit chanson en pop, bv. van Nits in het slotnummer.
Dat is een verruiming van Den Tex’ vaak rootsy stijl én een die hem ertoe dwingt de zang af en toe uit zijn tenen te halen. Dat laat zijn teksten nog sterker autobiografisch klinken dan die van vorige albums.

****

Plato Mania (nr. 391)

Na de succesvolle ‘Vertalingen’ theatertour met Kees Prins en Paul de Munnik, is het voor JP den Tex weer tijd om z’n eigen verhaal te vertellen. Dat doet hij op zijn nieuwe album ‘The Starlight Adventure’ in de vorm van 10 sfeervolle, rootsy-americana songs die hij samen schreef en opnam met pianist Rob van Donselaar. Rode draad vormt het kleurrijke verhaal over avonturier Jim Molineaux geboren in Haïti die als kind wordt geadopteerd door een Amerikaanse operazangeres en opgroeit in New Orleans. Tijdens zijn opvoeding ontwikkelt hij een vreemde voorliefde voor onze oude Europese cultuur en tevens een drang om deze cultuur weer tot leven te wekken. Voor rasverteller JP den Tex voldoende stof voor een bijna klassieke song-cycle. De ‘aloude vleugel’ staat in ieder liedje centraal: inspiratie voor ‘The Starlight Adventure’ werd gevonden bij uiteenlopende pianohelden als Allen Toussaint, Burt Bacharach en Bruce Hornsby. Maar natuurlijk ook bij de meesters van het Europese chanson, van Brecht tot Brel.

MUSIC MAKER

The Starlight Adventure

Meeslepend conceptalbum

Wanneer JP Den Tex na het eerste F-akkoord begint te vertellen over dromers, lange ballerina’s en een rebelse amigo op klompen weet je dat je weer op reis gaat met een van Neerlands meest begenadigde singer-songwriters. Een gekwaste drummer sleept je een trein vol circusartiesten in. Die rolt via Moskou en Copenhagen het Italië binnen in de tijd dat fuzz-pedalen nog niet bestonden. 5 Jaar na zijn laatste plaat Wolf! presenteert de 72-jarige singer-songwriter uit Arnhem andermaal een prachtig conceptalbum. In nauwe samenwerking met componist en producer Rob van Donselaar, wiens piano een centrale rol heeft gekregen op The Starlight Adventure. Te Europees om Americana te noemen. Den Tex liep dertig jaar geleden een graatmagere avonturier tegen het lijf, die het Avondland na de val van de Muur nog eens in vuur en vlam zou zetten met een reizend varieté-spektakel. De idealen van deze Jim Molineaux vormen de rode draad.

****

Arnoud Bodde

 

Muziektijdschrift ‘Heaven’ over de song cycle  “The Starlight Adventure”

Journalist John Oomkes schrijft in een lang artikel: “JP Den Tex geldt als een ruwe, nooit volledig gepolijste diamant in de Nederlandse roots-rockscene. In The Starlight Adventure vertelt hij in tien songs het fictieve leven van de zwarte Amerikaanse avonturier Jim Molineaux. In werkelijkheid romantiseert hij zijn eigen ervaringen en laat hij fictie en werkelijkheid in elkaar overvloeien” (..).

 

Nederlands Dagblad, oktober 2022

Door Herman Veenhof

The Starlight Adventure

JP den Tex. Comme les Chansons / Concerto Records

Tien songs telt de nieuwe plaat van JP den Tex en de kwaliteit is wederom hoog. Er zit weinig sleet op de inmiddels 72-jarige zanger uit Noord-Holland, die vanaf de jaren zeventig al een genre speelde waarvoor het woord in Nederland nog niet uitgevonden was: americana. Van meet af aan viel bij Jan Piet, de voornamen die achter JP staan, een aantal dingen op: zijn velerlei samenwerkingsprojecten en zijn voorliefde om verschillende talen binnen een songtekst dooreen te mengen. Dat gaat ook nu weer op. JP’s nieuwste cd kwam tot stand in nauwe samenwerking met pianist/componist/producer Rob van Donselaar. Het is geen conceptalbum, maar een liederencyclus, als idee veel ouder. Tijdens de lockdown schreef het duo songs rond avonturier Jim Molineaux, geboren in Haïti, die als klein kind werd geadopteerd door een Amerikaanse operazangeres en opgroeide in New Orleans. JP liep Jim tegen het lijf bij een toeristisch bezoek aan Milaan in 1992. De Amerikaan was bezig een reizend variété spektakel op te zetten, The Starlight Adventure, met clowns, acrobaten, tapdans, ballet en lichte opera. Het idee kreeg vorm bij de wereldberoemde Scala, de Milanese zaal met de buste van de door hen bewonderde Franse romanschrijver Stendhal. Zo kwamen er songs, met een groot gezelschap live ingespeeld, en mede geïnspireerd door Allen Toussaint, Burt Bacharach, Brecht en Brel.

+ mooi en melodieus

+ hecht rockend

(Herman Veenhof, Nederlands Dagblad).


Bij de digitale rerelease van Heartbeat (1980)

JP’s Facebook Column van 30-10-2021

Vandaag bijna op de dag 41 jaar geleden komt het album “Heartbeat” –  geremasterd en gedigitaliseerd – opnieuw uit via platenmaatschappij Red Bullet, dat in de tussenliggende tijd de copyrights heeft verworven. Ik maakte het album op een voor mij cruciaal moment rond mijn dertigste, samen met een aantal bevriende muzikanten waarvan ik sommigen al jaren kende (zoals bassist Jaap van der Sluijs en vriend Willem Ennes, keyboardspeler van progrock groep Solution) en sommigen recent had ‘ontdekt’ (zoals gitarist Michiel Jansen van de new wave groep ‘Oh Boy’). Ik had net een relatiebreuk – plus aansluitende zware depressieperiode – achter de rug en was vanuit mijn isolement aarzelend de binnenstad ingetrokken. Nachtclub Chez Nelly (van de latere tv presentator Gert-Jan Dröge) werd het voornaamste trefpunt, de charismatische witte soulzanger Peter Schneider (waar ik al gauw liedjes voor zou gaan schrijven) stond er achter de bar, samen met een aantal Amsterdamse dames, de een nog mooier dan de andere. Één van hen was Jolanda Markus, de zangeres van popgroep de Cylinders. Zij was een opvallende verschijning, haar hele optreden zowel on als off stage was ontwapenend gelijkvloers en innemend. Als zangeres stond ze meestal met een biertje in de hand op het podium en was – hoewel 100% vrouwelijk – steeds ‘one of the boys’. Zij zou in 1980 ook op “Heartbeat” meezingen, net als haar gebrilde vriend Erik Brusse, beeldend kunstenaar en leadzanger van Oh Boy. Dat opzwepende bandje zou als een rode draad door de jaren van mijn ‘Private Life” lopen, zoals ik mijn gelegenheidsgroep al gauw ging noemen. Chez Nelly en Café de Palm stamgast Cees Meerman (van Herman Brood’s ‘Wild Romance’) beroerde op dat eerste album  de trommels, hij zong ook nog een fijne tweede stem. En verder werd ik bij de productie bijgestaan door muziekmaatje Jan Voster, oudste bandlid en bassist van ‘Oh Boy’, die met zijn goeie smaak de ‘rootsy kwaliteit’ moest bewaren.

Het interview dat popjournalist Elly de Waard van de Volkskrant met mij had, kreeg op 11 oktober 1980 als schone kop: “Ik ben gelukkig niet van de avant-garde: de visboer en Tante Agaath moeten het ook mooi vinden.” Helaas zouden de visboer en mijn tante niet gelijk naar de platenwinkel rennen, want het gehoopte commerciële succes bleef uit. “Heartbeat” bleek ‘te rauw en rebels’ voor de op melodieusheid gerichte kopers van The Cats en aan de andere kant weer ‘te country’ voor de aanhangers van punk en new wave. Ik bevond mij in die periode – net als de zojuist door mij ontdekte  19e eeuwse romanschrijver Stendhal – “toujours entre les groupes”, rondtastend in het fascinerende schemergebied tussen onderling strijdige artistieke stromingen. Maar voor mij persoonlijk betekende het maken van dit speelse album een ware bevrijding. En blijkbaar voor velen met mij: zelden is er op mijn website zo vaak om een rerelease/digitalisering  gesmeekt als om “Heartbeat”.


Nieuwsblad vh Noorden & Altcountry.nl , oktober 2009

American Tune

De Amerikaanse droom, bestaat die nog? Dat vroeg JP den Tex zich af. Na de theatertournee getiteld Op Weg Naar Huis met Paul de Munnik en Kees Prins was het blijkbaar weer tijd om naar elders te reizen. American Tune (Comme Les Chansons/Bertus) is na Bad French uit 2007 het tweede deel van wat een Amerikaanse reisroman in liedjes wordt genoemd.
Meer specifiek gaat het over een Europese schrijver die van New York naar San Francisco reist in een gehuurde rode Toyota. Ergens onderweg pikt hij de Russische Elena op, een voormalig escortmeisje uit Brighton Beach in Brooklyn, die droomt van een nieuw leven in Californië. De Amerikaanse droom wordt niet ontrafeld, maar de schrijver leert wel meer over zichzelf en de eenzaamheid. Dat alles komt langs in elf imponerende liedjes, overtuigend gezongen door Den Tex, overigens een naam op jaloers op te zijn, maar dit geheel terzijde. Uitstekend begeleid door Yvonne Ebbers (gitaren, mandoline, zang) en Leon Klaase (drums, toetsen, percussie) liggen er muzikale lijntjes naar Little Feat, JJ Cale, Lou Reed en Ry Cooder. When I’m Down gaat over de kracht en onmogelijkheid van liefde en Den Tex zingt er net wat hoger dan op de rest van het album, het nummer begint met een funky gitaar. Mon Désir Noir is net zo sfeervol als de titel belooft. Daarna gaat het van het Daniel Lanois-achtige Down & Out In Phoenix naar het bluesy Un Amour Fou A San Francisco. Na de door JP den Tex geschreven nummers doet de bonustrack We’ll Sleep Out The Ashes nogal overbodig aan. Sterker nog, die cover klinkt opeens nogal gewoontjes. Met Yvonne Ebbers trekt JP op dit moment langs de Nederlandse theaters met American Tune als roadmovie op het toneel.

John Gjaltema


Muziektijdschrift HEAVEN 2011

Speak Diary, (Cavalier Recordings)

Zeer geslaagde zoektocht.
Op Speak Diary gaat JP Den Tex via zijn dagboek op zoek naar zijn verleden: Speak, diary come on speak, maar zijn dagboek blijkt niet altijd even betrouwbaar: Memory plays its tricks round every corner. Daarom moeten de songs – oude en gloednieuwe – het verhaal vertellen, zoals het prachtige In This Room van Little Heroes (1971) van zijn groep Tortilla, een van de betere nederpopalbums. Den Tex nam het opnieuw op in een compleet ander arrangement, maar nog steeds even mooi. De demo Sad Song In Your Mind uit 1973 krijgt hier zijn definitieve, prachtige uitvoering. Ook de nieuwe liedjes, waaronder de geweldige titelsong zijn erg goed en zo kan Speak Diary als een mooie, gevarieerde bloemlezing uit zijn carrière gezien worden met prachtige songs als My Private Rembrandt, The Year Of The Gigolo en het meertalige Olanda Ti Amo. Een pluim ook voor zijn uitstekende begeleiders op dit sterke album, het is één van zijn beste.

Frits Barth


Nu.nl, 2011

Speak Diary

Na een muziekcarrière van een slordige veertig jaar laat Hollands countrynomade JP den Tex op zijn nieuwste plaat zijn liedjesdagboek spreken in een poging enig licht te scheppen in zijn verleden. Het levert een mooi reflectief album op.

Met opener En Roulant (La Vie C’est La Vue) wordt direct duidelijk dat zijn leven een bestaan op reis is. Die tocht wordt vervolgens gedocumenteerd door muzikale souvenirs die soms vers geschreven zijn, soms ook dateren uit bijvoorbeeld ’94 (The Year Of The Gigolo) of zelfs ’74 (Sad Song In Your Mind).

Gezien de thematiek van de schijf hoeft het niet te verwonderen dat veel van de dertien nummers in het teken staan van terugkijken: naar de plekken van de jeugd in Teenage Town Revisited en I Don’t Want To Live Here, naar een oude liefde in The Greatest Love Song (In The World).

De ingetogen, enigszins mompelende zangstem van Den Tex past prima bij het beschouwende karakter van de teksten, hoewel je jezelf daardoor af en toe wel een beetje moet inspannen om ze te kunnen verstaan. Het loont echter de moeite, want ze zijn subtiel en goed overdacht.

Sprankelend

Ook zijn begeleidingsband (gitaarspeelster Yvonne Ebbers, trommelaar Leon Klaasse en bassist Arnoud van den Berg) kwijt zich uitstekend van zijn taak en brengt de ambachtelijke stukken sprankelend tot leven.

Rode draad daardoorheen blijft de Hollandse ziel van Den Tex, die deze collectie dan ook afsluit met de lofzang Olanda Ti Amo, in drie talen door elkaar – en ook dat is typisch Nederlands.

 


Trouw, 2013

Storyteller, live at Le Perron (Cavalier Recordings)

Lang voordat de term singer-songwriter in zwang kwam, was hij het al. En jaren voordat het etiket bestond, zong hij al ‘americana’: JP Den Tex, ruim veertig jaar actief in de popmuziek. Nooit heeft hij de roem mogen smaken van zijn Bergense dorpsgenoot Thé Lau,  met wie hij in 1968 in de rockgroep Turquoise debuteerde. Wellicht brengt ‘ Storyteller’, de live-cd waarmee Den Tex zondag in Paradiso een uitgebreide toernee start, daar verandering in. Den Tex liet zijn band thuis en, solerend met gitaar voor een intiem zaal, luister je naar een geweldige verhalenverteller en indringend performer. Zijn karakteristieke stem, slordig articulerend maar met grote expressie, meandert telkens tussen melancholie en ironie. Hij verhaalt van verloren liefdes (‘Angela’, ‘Maddalena’ ), diept jeugdherinneringen op (‘Teenage Town Revisited’) en brengt een koesterende ode aan Amsterdam (‘Harbour Suite’). Met zijn gedrevenheid is Den Tex een oorspronkelijke ziel gebleven die een breder gehoor verdient.

Stan Rijven


Recensie Wolf! – Cavalier Recordings CR 255618 – april 2017

Romanticus pur sang.

De archetypische singer-songwriter JP den Tex is bezig aan mooie jaren: op het intieme livealbum Storyteller doorliep hij zijn songs, na de sterke albums Bad French, American Tune en Speak Diary.

Tijdens de optredens voor die alternatieve verzamelaar vertelde hij met veel gevoel autobiografische anekdotes. Die vormden ook daarvoor al de leidraad voor muzikale theatervoorstellingen, die hij baseerde op zijn albums. Daarin reisde hij rond door de VS én zijn fantasie, net als op bijvoorbeeld Emotional Nomads.

Ook de dertien songs op Den Tex’ veertiende vormen een sterke thematische eenheid.

Begeleid door de al een jaar of tien niet van zijn zijde wijkende gitariste Yvonne Ebbers en de in Nashville wonende Nederlandse fiddlespeler Diederik van Wassenaer bezingt hij opkomst en ondergang van een fictieve Duitse popproducer die in New York zijn rijkdom verliest en tussen de straatmuzikanten terecht komt.

Diens ongevraagd nieuw verkregen leven (en dat van Den Tex) vallen muzikaal en tekstueel samen: Bankrupt Today, Money, Money (Je m’en fou) en Beatnik Americana zijn even kenmerkend voor de gevallen producer als voor Den Tex’ levenshouding. Ook Ebbers en Van Wassenaer krijgen rollen toebedeeld in een door hem vast vormgegeven vertelling over geld en succes versus liefde en waarachtigheid.

De slechts met twee gitaren en regelmatig terugkerende fiddle gespeelde songs wisselen trefzekere countryinvloeden af met rijke singer-songwritermelodieën. Door de uitgekiende arrangementen en Ebbers’ effectieve  tweede stem is de direct klinkende sound afwisselend en helder, waardoor Den Tex’ even emotionele als ware zang terecht centraal staat.

****

Ruud Heijjer (recensent van Heaven en Kippenvel)


Wolf!
Music Maker – mei 2017

Nederlandse Americana, het lijkt een contradictio in terminis. Maar JP (Jan Pieter) Den Tex behoort tot de songwriters die bewijzen, dat je niet uit de VS hoeft te komen om te overtuigen in het genre. Hij pakt het ambitieus aan door van Wolf! een concept album te maken. De songs volgen de Duitse producer Gustav Wolfowitz, die de waarde van geld nog eens overdenkt (nadat hij door slechte financiële keuzes zijn vermogen verloren heeft). In het dunne verhaal zitten uiteraard wat levenswijsheden en liefdesperikelen verweven, maar Wolf! overtuigt vooral dankzij enkele sterke teksten (“We were blessed until the music died… And became a business overnight) en de spaarzame, sfeervolle omlijsting van gitaren, mandoline viool en niet veel meer. Luisterend naar de Leadbelly-cover In The Pines en JP’s eigen songs zou je niet direct geloven dat ze van een Nederlander afkomstig zijn. En dat is in dit genre het grootste compliment denkbaar.

****
Dominique van der Geld


Wolf!

Jazzism – mei 2017

Als gekend verhalenverteller is het niet verwonderlijk, dat zijn eerste studioplaat sinds 6 jaar – de concertregistratie Storyteller/Live@lePerron niet meegerekend – een conceptalbum is geworden. Lijdend voorwerp van deze verzameling zelfgeschreven songs (Leadbelly’s klassieker In The Pines daargelaten) is ene Gustav Wolfowitz (Wolf!), een schatrijke Duitse producer die door onverstandig financieel beleid van de ene op de andere dag blut is, zijn relatie ziet stranden, als straatmuzikant de kost moet verdienen en aldus kennis maakt met de keerzijde van de American dream. Een ideale basis voor fraaie, in Americana gewortelde liedjes, die mede door vaste compagnon Yvonne Ebbers (gitaar, mandoline) en de in Nashville Tennessee wonende Amerikaans/Nederlandse violist Diederik van Wassenaer ingekleurd worden. Daarbij blijft de verhouding tussen verstilde romantiek en uptempo meezingers mooi in balans. Een overtuigend bewijs dat Jan Pieter het nog steeds in de vingers heeft.

****

Marcel Haerkens


 Boek

“Morgen Wordt Het Beter” , 2013

“Het proza van JP Den Tex is net zo onopgesmukt als de liedjes op cd.” – Bernard Hulsmanboek

Over “Morgen Wordt Het Beter” in de NRC van 11 januari 2014…
“Niet de Eerste maar de Tweede Wereldoorlog duikt op in “Morgen Wordt Het Beter”, het
schrijversdebuut van de singer-songwriter JP Den Tex. In “Fantoompijn”, één van de langere
verhalen in zijn debuut, beschrijft hij hoe zijn moeder als meisje de oorlog doorkwam. Haar zus
kreeg bijna een verhouding met een Duitse officier,die zich na zijn afwijzing uit verdriet aanmeldde voor het Oostfront en in 1943 sneuvelde. In ander verhalen haalt JP den Tex herinneringen op aan zijn ouders of aan zijn liefdes. Zoals de onmogelijke Cléo die hij achterna reist naar Sicilië om daar te horen dat ze met een Italiaan gaat.Het proza van JP Den Tex is net zo eenvoudig en onopgesmukt als de liedjes op de cd die bij het boek is gevoegd. Twaalf liedjes bevat de cd en elk liedje is verbonden met een verhaal.”


Morgen Wordt Het Beter – recensie op Literatuurplein

door Ezra de Haan (Schrijver, dichter en journalist)

I’ve been around the world my love

Muziekliefhebbers verbaast het al jaren dat Bob Dylan de Nobelprijs voor literatuur nooit heeft mogen ontvangen. Wie zich over zijn teksten buigt, merkt meteen dat de literatuur ervan af druipt. En hij is niet de enige popmusicus die weet wat tekstschrijven is. Randy Newman, Leonard Cohen en, om het dichter bij huis te houden, Ernst Jansz kunnen er ook wat van. Cohen en Jansz hebben niet voor niets ook prachtige boeken op hun naam staan.

JP den Tex behoeft als singer-songwriter nauwelijks introductie. Hij maakte naam als songwriter van de band Tortilla in 1971 met het album Little Heroes. In 2007 trad hij met Kees Prins en Paul de Munnik op tijdens de theatervoorstelling Op weg naar huis. Los daarvan verschenen vele albums en typerend daarvan was de American Tune. ‘Americana’ noemt de vakman dat. Waar al die decennia de nummers vandaan kwamen, welk verhaal erachter zit, doet JP den Tex uit de doeken in zijn literaire debuut Morgen wordt het beter. Die songs zijn ook, dankzij de bijgeleverde cd, te beluisteren als je over hun ontstaan leest. Een haast ideale combinatie: je hoort de muzikant zingen terwijl je zijn verhaal tot je neemt.

Tegeltjeswijsheid kan iemand op het juiste spoor brengen, blijkt uit een van de verhalen van Den Tex. In de nalatenschap van zijn ouders zat letterlijk een tegel. De tekst ‘Voor wie werkelijk zijn verleden begrijpt, staat de toekomst net zo vast als zijn verleden.’ Als songwriter gaat JP ermee aan de slag en snapt direct dat ook het omgekeerde waar moet zijn. Hij gaat op zoek naar ‘inzicht in de koudeput van mijn puberteit’ en ontdekt samen met de lezer hoe zijn leven gelopen is.

Den Tex’ proza leest soepel en is opvallend eerlijk. In het verhaal ‘Van de hemel in de hel’ lezen we over de start van zijn carrière. Hoe hij Slavische talen ging studeren omdat het de mogelijkheid bood op zichzelf te gaan wonen en ‘tussen de studeerbedrijven door verder te gaan met gitaar spelen en liedjes schrijven.’ Want daar, dat had hij inmiddels al lang besloten, wilde hij zijn beroep van maken.

In dezelfde periode leert hij Josephine kennen, ‘een soort van stoere, hoofse schoonheid, met zeer lang, dik blond haar, dat in voluptueuze strengen achterop haar witleren jasje viel. Hoge hakken, natuurlijk. Plus heldere, sprekende blauwe ogen waarin zich in de verste uithoeken een spoor van luie melancholie leek te verstoppen.’ Ze is zijn eerst grote liefde en vormt de basis voor het nummer ‘The Greatest Love Song In The World’. Zo inspirerend als ze was, zorgt ze er ook voor dat Den Tex’ leven anders loopt dan gedacht. ‘Op zoek naar mijn toekomstige plek in de rock ’n roll, was ik per ongeluk met mijn lange haar in een kroonluchter blijven hangen.’

En er gaat meer mis. Zijn broer, tot dat moment de voorman en zanger van de band, stopt ermee, vlak voor de release van een plaat, Josephine is bevallen van Darling en de omgeving oefent de nodige druk uit op JP. ‘Laat die muziekdroom nou voortaan maar een leuke hobby zijn.’ Als hij wilde kon hij immers nog steeds advocaat worden… Den Tex verkoopt zijn hele muziekinstrumentarium en daarmee lijkt de storm even te luwen… al wordt de muzikant aardig depressief van de ontwikkelingen. Geen wonder als je als bijrijder bij de ambulancedienst de kost moet verdienen. Eigenlijk zou je tijdens het lezen Den Tex’ ‘Sad Song In Your Mind’ moeten draaien.

There’s a lonely wind a-blowing

And it’s whispering all the time

No matter where you’re going

You can’t escape the sad song

In your mind…

Heerlijk aan Morgen wordt het beter zijn de beschrijvingen van het verleden. Wie het heeft meegemaakt herkent het maar al te goed. Neem dit stukje over de jaren zestig.

‘Ik liet inmiddels mijn haren groeien en was fan geworden van The Loving Spoonful, een op dat moment weinig courante Californische popgroep, wiens single What A Day For A Daydream mij recht in de dromersziel had geraakt. Ook zij waren buitenbeentjes van nature: tegendraads, maar zeker niet revolutionair, belichaamden zij het overal-en-nergens-bij-horen dat zo typerend voor mij was. Ik nam hun kleding en maniertjes dan ook moeiteloos over.’

Of, nog verder terug in de tijd, als JP over Elvis Presley schrijft.

‘De eerste keer dat Amerikaanse popmuziek een rol in mijn leven ging spelen was op mijn twaalfde, door toedoen van een zomers hitsingletje van Elvis Presley. Reden: ik werd er vrolijk van! Ik hoorde het liedje toevallig op de radio en vond het meteen ‘een lekker Hawaïiaans nummertje’. Dat Elvis vaak Hawaï-shirts droeg in die dagen, zal er vast mee te maken hebben gehad. Hoe het ook zij, sindsdien hoorde Elvis wat mij betreft dus bij Honolulu en nooit meer bij Memphis, Tennesee, waar hij eigenlijk vandaan kwam.’

En tot slot de magie van het voor het eerst draaien van een elpee, in dit geval van Neil Young…

‘Buiten adem mijn kamer binnenstormend heb ik de schijf vinyl uit de hoes gehaald en met trillende vingers op de draaitafel gelegd. Vervolgens heb ik ( de versterker stond nog aan) het pookje van de tweedehands pick-up voorzichtig laten zakken. Na enige aarzelend aanvangsgekras kwam de muziek luid en krachtig door: het jankende, ongecontroleerd zwalkende sologitaar van het intro van Cinnamon Girl, Neil Young in heel zijn goddelijke eenzaamheid. De volgende drie minuten stond ik als aan de grond genageld. ‘Everybody Knows This Is Nowhere’. Het was alsof ik eindelijk weer thuis was gekomen.’

JP den Tex is een echte verhalenverteller. Als singer-songwriter deed hij dat tot nu toe in liedjes. Het verhaal werd teruggebracht tot de essentie, tot een klein bestand, en de muziek deed de rest, die vulde de details moeiteloos in. Dezelfde verhalen krijgen in Morgen wordt het beter alle ruimte en worden liefdevol en met aandacht verteld. JP den Tex maakt duidelijk dat niet alleen Amerikanen de blues hebben. Dat typisch Amerikaanse hutje op de omslag van het boek waarvan je verwacht dat Leadbelly, Blind Lemon Jefferson of Robert Johnson er moeten hebben gewoond, staat gewoon hier in Holland. Maar de verhalen in de bundel dragen wel degelijk de weemoed van de blues. Hollandse blues in een meesterlijke verhalenbundel.